zondag 14 juni 2009

het rode jasje

Op reis draag ik altijd mijn rode jasje. Dat jasje, ach, dat heb ik al zo lang. En nog is het goed. Okay, wat versleten bij de ellebogen, de kraag rafelt een beetje, maar dat mag geen naam hebben. Het jasje en ik hebben al heel wat landen gezien. Vraag een Malinees naar Kaatoo en hij zal zeggen: 'oooh, oui, c'est la femme en le manteau rouge.' Want zo noemen ze dat daar, manteau. Mooi toch? Een Chinees, in Dali bijvoorbeeld, zal dat ook zeggen maar dan heel anders. Die letters heb ik hier niet op m'n laptop, anders had ik het zo voor je geschreven. Heus.
Er zijn van die dagen, dan trek ik onbewust dat jasje aan en ga ik op mijn muurtje zitten. Beetje mijmeren enzo. Zoals vandaag en nu ik daarover schrijf, word ik me ervan bewust: 'Kaatoo, het wordt tijd dat je je valiezen pakt. De hoogste tijd.' Nou, tot kijk, tot over een week of wat! Ik ga ze pakken, m'n valiezen.

dinsdag 9 juni 2009

geboortehand


'Kaatoo', zegt de waarzegster terwijl ze mijn hand los laat, 'Kaatoo, ohohoh. Wanneer begin je nou eens?' 'Waarmee', vraag ik. 'Kindje, zoveel talenten onaangeroerd laten, dat is heiligschennis! Wanneer begin je met creëren? Je bent zo artistiek en kunstzinnig, zo begaafd.'
'Ach wat', antwoord ik, 'kan mij het schelen! Wie zegt dat je je talenten moet gebruiken. Puur Calvinisme, puur, mevrouw! Dat heilig moeten gebruiken van....'
' Kaatoo', fluistert ze nu, 'Kaatootje, zojuist keek ik ook eens in de glazen bol en ik zag een prachtige man. Jong, slank, elegant, goed gekleed met donker haar en slanke handen, heel verfijnd.' 'Oh', zucht ik en kijk haar lodderig aan. 'Oh, wat heerlijk..... ' denk ik, 'eindelijk...'
'Kaatoo, laat me nog eens zien?' Ze bestudeert de palm van mijn linkerhand, de geboortehand. 'Tja', mompelt ze, 'tja, ik zie het al, aards- en aardslui en een enorme mannengek.'

vrijdag 5 juni 2009

genotzalig


Al uren ben ik op het feest, uuuuren. Een soort van underground-feest is het met allemaal hippe bezoekers. Met piercings, hanenkammen, grote boots. Ik val een beetje uit de toon hier maar doe dapper mijn best. Drink bier, voer gesprekken met mannen met wilde blikken die ruiken naar drank en zweet. Ga contacten aan met onwillige dames, die schaapachtig reageren en me niet in hun kring toelaten. Rond één uur in de nacht ben ik uitgefeest, ik wil naar huis. Naar daar waar mijn liefje lekker warm in bedje ligt en op mij wacht. Ik vertrek maar als ik langs de steile trap naar beneden loop, voel ik dat ik ontzettend nodig moet plassen. Oh, ik houd het niet meer. Buitengekomen hurk ik en genotzalig sas ik zo hard ik kan. Mmmm, verrukkelijk denk ik en hoop dat straks zo'n vrouw in mijn plasje stapt.

maandag 1 juni 2009

lekker dromen maar weer


De hele nacht droomde ik. Van hoeden en van randen. Van een boer met één koe, een boer die het zo druk had. Van een koe met een hoed. Het hield maar niet op, dat gedroom. Ik woelde en draaide, praatte in mijn slaap over hoeden en randen en koeien met hoeden.
De volgende ochtend, toen ik wakker werd, dacht ik: 'wat in Godsnaam droomde ik daar toch allemaal? '
En..... je kunt het geloven of niet, maar toen ik op mijn fietsje naar het werk peddelde, keek ik naar rechts. Daar is een weiland en daar staat één koe. Guess wat ze op haar kop had? Nou? Toen kwam ik ook nog de boer tegen. Hij zei: 'hoi!' Dat zegt hij altijd, die boer: 'hoi!' 'Hoi', zei ik terug, 'boer! Zoek je iets?' 'Ja!' zei hij, 'ja Kaatoo.' 'Zo, wat dan?' vroeg ik en minderde vaart, want het was me wat om de boer bij te houden. 'De hoed', zei hij terwijl ook hij temporiseerde. 'Een hoed met een rand. Hij is nog van mijn vrouw geweest. Mijn vrouw zaliger.' 'Ach', zei ik,' nou....'
'Zeg', zei de boer, 'Kaatoo, hoe zit het? Ben je getrouwd? '
Full speed fietste ik door, werkelijk, full speed......