
Ze vertelt me, de vrouw met het lange blonde haar, ze vertelt me een verhaal. Over haar jongen. De jongen die ging, die verdween in de nacht. Zomaar, van de een op andere dag zei hij dat hij zou gaan. Ze bracht hem weg, keek door haar tranen naar het vliegtuig en wist hem achter de raampjes. Haar rokken wuifden in de wind, er woei een zwoele voorjaarswind en heur haren streelden haar rug.
Ze wist dat ze hem kwijt was en haar hart begon met bloeden. Het was gewoon niet meer te stelpen.
Al snel werd alles anders, de zon scheen niet meer, terwijl de lucht helderblauw was, de vogels stopten met fluiten ook al zongen ze het hoogste lied.
Ze zit tegenover me, aan mijn tafel en ik geef haar een warme versgebakken boterham. Met echte boter en wat jam. 'Misschien helpt het', zeg ik en kijk haar vragend aan. Ze antwoordt niet, ze eet. Ik zie: er drupt een traan op haar kin.
Ja, wat heb je anders aan de keukentafel van een lieve vriendin of vriend, als je er niet eens ook een traantje kan laten. En iets lekkers krijgt van Kaatoo die zo lekker hubsch is en lief en meelevend en tralala. Ik hoop dat je vriendin er van opgeknapt is. X
BeantwoordenVerwijderenMooi ontroerend stukje. Zinnen die stromen. Of vliegen ze, als dat vliegtuig met daarin die jongen, langzaam weg?
BeantwoordenVerwijderenJe blijft me verrassen! Ik raad je aan niet te vaak voor de spiegel te eten.
BeantwoordenVerwijderenVeel, veel dank voor deze lieve, mooie reacties XXX
BeantwoordenVerwijderen